Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Petrus, hebbende [52]hen [allen] uitgedreven, knielde neder en bad: en zich kerende tot het lichaam, zeide hij: Tabitha, sta op! En zij deed haar ogen open, en Petrus gezien hebbende, zat zij over einde. 52. Namelijk om te ernstiger te kunnen bidden, gelijk Elisa, 2 Kon.4:33; welk gebed, daartoe diende, opdat hij bewees dat dit werk niet door zijne, maar door Gods macht moest geschieden; hfdst.3 vs.12,13.